Ambtenaar, of "hadden ze het maar moeten verbieden"

Ja, ik ben ambtenaar. Het was een keuze die ik al vroeg maakte. Een keuze die sterk werd beïnvloed door één persoonlijke handeling, van één ambtenaar. Die ambtenaar was de vader van basisschoolgenoot Ineke van Staalduinen, en directeur van de Sociale Werkplaats in Oldenzaal (waar ze onder meer jarenlang de onverwoestbare BIOD-caravans maakten). Na een bedrijfsongeval dat leidde tot fysiek letsel, na de WAO die daarop volgde en op het moment dat verhuizing naderde omdat “het koophuis moest worden opgegeten” besloot die ene ambtenaar te vechten voor een kans voor mijn vader. Ik denk nu dat die beslissing waarschijnlijk niet helemaal netjes volgens de regels was. Maar het gaf wel de ruimte aan iemand om weer een toekomst op te bouwen. Gericht op een nieuwe start in het leven (woorden die ook in de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ worden gebruikt). Zijn moreel kompas stond - zo vul ik jaren later in - niet afgesteld op wat mocht, maar op wat wijs was.

Mijn vader kon door die persoonlijke betrokkenheid van één ambtenaar gaan werken op de sociale werkplaats. Aan “de verkeerde kant”, zo voelde hij dat. Bij de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De schaamte was groot, maar het leverde ook weer inkomen op. En diep respect voor en vriendschap met de mensen met wie hij vanaf dat moment werkte.

Die invloed ten goede op mensen en maatschappij, dat is wat me deed besluiten voor de overheid te gaan werken. Met (soms meer en soms minder) trots en ook met veel zelfspot. Als ik weer eens een foto twitter van mooi uitzicht uit een raam, bijvoorbeeld. Met regelmaat zijn ambtenaren als ik doelwit van grappen en spot. Dat is in sommige perioden meer dan anders. Ik herinner me bijvoorbeeld de periode van de Parlementaire enquête naar bouwfraude. Integriteit werd, terecht, nog belangrijker. “Het juiste doen” werd voor mij toen nog iets belangrijker. “Juist” in termen van “de hoogste lat” bijvoorbeeld. Niet voor niets werd besloten dat CoronaMelder aan alle toegankelijkheidseisen moet voldoen. Iedereen moet kunnen meedoen, zo leerde ik al jong van de gave groep “mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt” waar mijn vader er één van was.

Aan de enquête naar bouwfraude moest ik deze week weer denken. Het Kabinet viel na het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Die commissie schreef terecht: “een grondbeginsel van onze rechtsstaat is dat zowel bij het maken als bij het uitvoeren van wetten zoveel mogelijk rekening gehouden moet worden met de belangen van mensen.” In een indrukwekkend betoog in de NRC schreef Herman Tjeenk Willink terecht: "Alle betrokkenen moeten in de spiegel kijken", dus ook het parlement. De hoofdconclusie van de ondervragingscommissie is dat niet één maar alle drie de staatsmachten „reden hebben om in de spiegel te kijken”.

Enigszins beschaamd moet ik erkennen: dat geldt niet alleen voor die staatsmachten, het geldt ook voor mij. Als het niet verboden is, dan is het correct. Dat denk ook ik als ik de belastingaangifte invul. Dus kies ik voor een extra aftrekpost voor groen sparen, als dat belastingvoordeel oplevert. Hadden ze het maar niet mogelijk moeten maken.

Ons moreel kompas is - wat mij betreft - te vaak afgesteld op de grenzen (en de mazen) van de wet. Als gastouderopvang mogelijk wordt, dan vinden we het moreel correct om vanaf dat moment opa en oma te betalen voor hun wekelijkse dagje oppassen en daar een toeslag voor te vragen. Het mag, dus het klopt. Ook al kost het belastinggeld en was het eigenlijk niet de bedoeling. Maar ja, dan hadden ze het maar moeten verbieden! Als vaccins beschikbaar komen voor de acute zorg, dan melden ook restaurantmedewerkers zich aan. Want ja, het kan, dus het klopt. Hadden ze het maar moeten verbieden!

“Hadden ze het maar moeten verbieden” leidt bijna vanzelf tot meer verboden, tot meer regels en tot meer fraudebestrijding. In de spiegel kijken geldt daarom wat mij betreft voor iedereen. Een moreel kompas moet, zo is mijn persoonlijke beleidsopvatting die vanaf deze week openbaar wordt, niet staan afgesteld op de grenzen van de wet. Het is de lat die je zelf legt. De hoogste lat, wat mij betreft.