Nieuwe reeks
Dit is de eerste blog in een reeks overpeinzingen naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. De afgelopen maanden ben ik meerdere keren in Oekraïne geweest. Met auto's en hulpgoederen die vooral gebruikt worden in het oosten van het land. Daar waar de frontlinie dichtbij is. Ik sloot aan bij vrienden die dit al doen sinds de oorlog begon, omdat mijn sabbatical de ruimte geeft om meer bij te dragen.
Samen richtten we recent ook een stichting op, zodat opschaling en professionalisering makkelijker worden. Daarover later meer, want bijdragen helpt.
Dit is dus de eerste blog in een reeks die de komende tijd wordt aangevuld. De oorlog in Oekraïne, op Europese bodem, raakt me namelijk. Ik groeide op met de tweede wereldoorlog nog vers in het geheugen van mijn ouders en familie. Met de gedachte dat we mede waren bevrijd door landen als de Verenigde Staten en Canada, die ver van ons liggen. En met de gedachte dat het goed is om te doen wat je kunt. Zoals ik eerder al schreef dat het verzet in Amsterdam bijdroeg aan mijn bestaan.
Veel in Oekraïne zijn zet ook aan het denken. Het is vanaf Utrecht in kilometers en in tijd net zover rijden naar Oekraïne als naar Barcelona. Zo dichtbij is de oorlog, en zo reëel dus de gedachte dat ook wijzelf niet onkwetsbaar zijn. In mijn bezoeken en de talloze gesprekken die ik voerde viel mij een aantal dingen op. Daarover gaat deze blog en de volgende in deze reeks. Vandaag de aftrap, over lastige afhankelijkheden en over autonomie.
Autonomie
Digitale autonomie, ik schreef er eerder over, is een onderwerp dat in Nederland en Europa meer aandacht krijgt dan voor de oorlog in Oekraïne. Want we zijn ons nu veel meer bewust van afhankelijkheden.
"We kunnen beter nu al handelen, dan wachten totdat een plotselinge uitval van de cloud de halve Europese economie stillegt" zegt Reijer Passchier, hoogleraar digitalisering en de democratische rechtsstaat verbonden aan de Open Universiteit:
"De technologiemarkt wordt van oudsher gedomineerd door grote bedrijven die het rechtstelsel weten te gebruiken om nog machtiger te worden. In bijvoorbeeld de auto-industrie heeft dat ertoe geleid dat een handvol bedrijven decennialang de dienst uitmaakte. Digitalisering maakt het risico op dergelijke marktdominantie nog eens vele malen groter en dat baart me zorgen. Juist in de digitale wereld geldt dat degene met de meeste informatie de beste uitgangspositie heeft. Dit the rich gets richer-principe leidt tot the winner takes all en het ontstaan van omvangrijke monopolies."
Autonomie en zelf blijven doen is ook nodig voor behoud van innovatief vermogen. Over die innovatie in Oekraïne gaat een latere blog in deze reeks. Hoe kwetsbaar je wordt van verlies van autonomie beschrijft het verhaal over het broodrooster van Bert Hubert:
‘Veel Europese bedrijven zijn alles wat hen ooit uniek maakte gaan inkopen’, vertelt hij. ‘Dan komt er een punt dat je als bedrijf slechts een voorportaal van je leveranciers bent geworden. (...) Als broodroosterfabrikant beheer je het logo en het merk, misschien schrijf je de gebruiksaanwijzing nog zelf – hoewel je dat tegenwoordig ook prima kunt uitbesteden. (...) Je kunt daar veel broodroosters mee verkopen en lekker geld mee verdienen, zegt Hubert. Maar omdat je geen broodroosters maakt, weet je ook niet precies hoe ze werken. Je verliest de beste broodroosterwizards als personeel, want hen boeit het werk bij jou niet meer. (..) Weg expertise, weg innovatie.
Waar liggen onze ongewenste afhankelijkheden, hoe zorgen we dat we zelf de controle houden over onze eigen kennis, onze eigen processen, onze eigen gegevens? Daarbij denken we als eerste vaak aan landen met een offensief cyberprogramma gericht op Nederland. Aan apps, bijvoorbeeld, die geweerd worden van de werktelefoons van ambtenaren.
Waar het gaat om bescherming van onze gegevens kijken we ook naar de overmacht van grote Amerikaanse techbedrijven. Want waar staat onze data en wie kan erbij?
Autonomie in Oekraïne
Waar wij het nog vooral hebben over wellicht onwenselijke afhankelijkheden gaat autonomie in Oekraïne op dit moment over leven en dood. Over het weren van sommige apps uit angst voor meelezen door Rusland, bijvoorbeeld.
Oekraïne heeft het gebruik van de Telegram-berichtenapp op apparaten die worden gebruikt door overheidsfunctionarissen, militair personeel en cruciale werknemers verboden, omdat het gelooft dat Rusland zowel berichten als gebruikers kan bespioneren, zei een hoog veiligheidsorgaan vrijdag. De Nationale Veiligheids- en Defensieraad kondigde de beperkingen aan nadat Kyrylo Boedanov, hoofd van de Oekraïense militaire inlichtingendienst GUR, de raad bewijs had gepresenteerd dat de Russische speciale diensten in staat zijn om op het platform rond te kijken, zei het in een verklaring. Het verbod geldt niet voor het gebruik van de app op persoonlijke apparaten.
Maar autonomie in Oekraïne gaat ook over ongewenste afhankelijkheid van ons. Van Nederland en andere bevriende Westerse landen. Want stel je voor: je land wordt binnengevallen, je kunt je beter verdedigen door doelen op afstand te raken maar dat mag niet. Het mag niet omdat je vrienden bang zijn voor escalatie. Met als gevolg, elke dag weer, dat burgers en militairen overlijden, gebouwen en steden met de grond worden gelijk gemaakt en je land wordt bezet. En dus ook met het logische gevolg dat intensief wordt ingezet op eigen kennis en productie van eigen middelen. Zoals raketten en drones.
Hoe meer je zelf kunt, hoe minder je afhankelijk bent van (de angst en beperkingen van) anderen. Over die ongewenste afhankelijkheid gaan veel gesprekken die ik voerde. Want elke Oekraïener voelt dat gebrek aan autonomie. Als er weer een zweefbom van onder een vliegtuig - dat vanwege westerse voorzichtigheid op veilige afstand vliegt - Charkiv raakt, bijvoorbeeld.
Digitale autonomie in tijden van oorlog
Wellicht onverwacht, maar in tijden van oorlog is het ook heel verstandig niet alles zelf te doen. Of tenminste niet alleen op eigen grondgebied. Als je de tijd hebt kun je uitwijkvoorzieningen bouwen in andere landen. Zoals de "data embassies" van Estland. Een land dat zich uit eigen ervaring kan voorstellen dat een invasie plaats vindt.
Nobody wants to imagine the worst-case scenario, but victory loves preparation. So, try to picture a situation where a cyber-attack, natural disaster or even war would compromise the functioning of a state – all these are considerable threats also to countries that have a less advanced digital infrastructure than Estonia. How to make sure that all crucial citizen and governance-related data is safe in situations like these? This is where the data embassy comes in.
Iets soortgelijks doet Oekraïne ook. Maar Oekraïne had niet de tijd om eigen servers elders in de wereld op te bouwen. En dus wordt voor veel toepassingen terugegvallen op de private cloud van een "hyperscaler" als Amazon Web Services. En hoe vreemd dat misschien ook klinkt, ik begrijp dat goed. Want digitale autonomie zoals wij dat soms bedoelen is een luxe die je je in tijden van oorlog niet altijd kunt veroorloven.
Tot slot
Niet zelf kunnen of niet zelf mogen: veel gesprekken die ik in Oekraïne voerde gingen er over. En ook over de ervaren onmacht die dat oplevert als er weer een gebouw wordt verwoest door, bijvoorbeeld, een zweefbom.
Of het nu gaat om digitale autonomie of over weerbaarheid tegen dreigingen van buiten, ik vraag me na dat soort gesprekken met regelmaat af: wat kunnen wij nog echt zelf, en in hoeverre kunnen wij als het nodig zou zijn vertrouwen op steun van vrienden?